Sociaal domein
Tekorten op Jeugd
Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor veel nieuwe taken op de terreinen Zorg, Werk en Jeugd. Deze drie terreinen komen afzonderlijk aan de orde in Programma 1 Sociaal Domein, verreweg het grootste van de zes programma’s. Met name op de decentralisatie Jeugd kampen veel gemeenten met grote tekorten. Amstelveen behoort hier tot de grote tekortgemeenten. De hulpvraag en de behandelkosten lopen op. Zie verder ook punt 2 onder de tekst hierboven bij "Financiële verhouding".
Onderzoek naar de grote en breed verspreide tekorten op Jeugd en intensief overleg hierover tussen Rijk en VNG heeft geresulteerd in extra incidenteel geld van Rijk, namelijk € 400 miljoen in 2019 en € 300 miljoen in 2020 en in 2021. De landelijke tekorten op Jeugd liggen in de orde van € 1,7 miljard (tekort 2019, rapport AEF dec20). De tekorten behoren hiermee dus niet tot het verleden en het structurele beeld is hoogst onzeker.
Regionaal ingekochte specialistische jeugdhulp
Per 1 januari 2018 wordt gewerkt met de regionale inkoopsystematiek specialistische jeugdhulp waarin sprake is van een resultaatgerichte financiering van jeugdhulptrajecten. Parallel hieraan is in 2018 en latere jaren een flink financieel nadeel ontstaan. Vanaf 2018 is een stevig pakket aan maatregelen ingezet om de stijging van het financieel nadeel terug te dringen.
Ondanks deze maatregelen zien we dat de ontwikkelingen uit 2018 en 2019 doorwerken in volgende jaren, ook in 2021, bijvoorbeeld door de lange looptijd van jeugdhulptrajecten. Daarmee duurt het ook een langere periode voordat de maatregelen effect hebben. Daarnaast is er sprake van kosten die betrekking hebben op vorige jaren maar door (regionale) vertraging in verrekeningssystematiek op 2020 drukken. Voorts is er sprake van kostenstijging doordat de tarieven in de jeugdhulp sneller stijgen dan de gemeentelijke index toelaat. Dit is met name een gevolg van CAO loonstijgingen in de sector. Gemeenten worden geacht reële tarieven te betalen maar kunnen de prijsstijging niet bijbenen en worden hiervoor ook niet door het Rijk gecompenseerd. Dit naast het algemene risico dat de maatwerkdienstverlening vanuit de Jeugdwet een open einde regeling is. Ten slotte is er in de huidige bevolkingsontwikkeling van Amstelveen een groei van het aantal jeugdigen te zien.
Er zijn diverse onzekerheden voor 2021 die momenteel nog niet gekwantificeerd kunnen worden. Het gaat onder meer om de omvang van de werkelijke kosten van (niet duurzame) trajecten die zijn gestart in eerdere jaren en doorlopen in volgende jaren en verschillen in administraties tussen gemeenten en aanbieders.
Per 2022 worden nieuwe contracten jeugdhulp gesloten. De aanbesteding daarvan is momenteel in voorbereiding. De huidige resultaatgerichte bekostigingsvariant wordt dan vervangen door de inspanningsgerichte variant (pxq). Daarnaast is er, door verkleining van de schaalgrootte, meer lokale sturing mogelijk.
Onderzoek financiën jeugdhulp
In de tweede helft van 2020 is een extern onderzoek uitgevoerd naar de financiën jeugdhulp in Amstelveen. Uit het onderzoek blijkt dat de uitgaven en het gebruik van jeugdhulp in de gemeente Amstelveen iets onder het landelijk gemiddelde liggen. Ook blijkt dat de instroom de afgelopen jaren redelijk constant is geweest maar dat de uitstroom stagneert. Dit is een landelijke trend, zo blijkt uit een landelijk onderzoek van AEF dat in december 2020 verscheen. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze aanbevelingen onderwerp zullen zijn bij de nieuwe kabinetsformatie.
Jeugdhulp en gevolgen corona
In 2020 en 2021 hebben we te maken met de gevolgen van Corona. Conform VNG richtlijnen geven gemeenten aanbieders een omzetgarantie voor de periode maart 2020- januari 2022, ook wanneer de hulp niet of niet volledig is verleend. Ook worden de meerkosten vergoed die aanbieders hebben moeten maken ivm Corona. Hoewel het Rijk gemeenten hiervoor gaat compenseren, is nu nog geen beeld te geven van de financiële consequenties voor de gemeente. Ook vanuit aanbieders is hierover nog geen definitief uitsluitsel. Daarnaast is er mogelijk sprake van uitgestelde zorg, met als consequentie een groter aantal aanvragen jeugdhulp in 2021 of 2022.
Tekorten op Wmo
De eenzijdig invoering door het Rijk van een vast, laag abonnementstarief voor Wmo-maatwerkvoorzieningen heeft voor gemeenten financiële gevolgen die veel groter zijn dan de door het Rijk verstrekte compensatie. We zien een sterke groei van het volume van de aanvragen. Op een lager aanvraagniveau gedurende de ‘corona-lockdown’ na ligt het aanvraagniveau voor hulpmiddelen, huishoudelijke hulp en begeleiding onveranderd hoog. Naast genoemde aanzuigende werking zijn andere factoren van het Rijksbeleid van invloed. Beleid dat gericht is op het langer thuis blijven wonen en de krapte op de woningmarkt (voor wat betreft woningaanpassingen).
Doordecentralisatie Beschermd Wonen
Het voornemen is om de nu nog bij centrumgemeenten belegde zorg en middelenstroom voor Beschermd Wonen met ingang van 2022 door te decentraliseren naar alle gemeenten. Dit is een complexe en veelomvattende operatie die risico's en onzekerheden met zich meebrengt. Ter voorbereiding daarop en om de impact daarvan in te schatten, wordt momenteel gewerkt aan een regioplan.
Transformatie
Beheersing van de zorguitgaven was een belangrijke drijfveer voor het Rijk om taken op het gebied van zorg en ondersteuning te decentraliseren. De Rijksbegroting liet trendmatig een sterke groei van de zorguitgaven zien, met als perspectief dat deze trend zich bij ongewijzigd beleid zou blijven voortzetten door een stijgende autonome zorgvraag. Dit heeft geleid tot een ingrijpende beleidscorrectie door het Rijk: grootschalige taakoverdracht naar gemeenten onder gelijktijdige inboeking van een miljardenombuiging. Leidende overwegingen bij deze beleidscorrectie en daaraan gekoppelde besparingsmogelijkheden waren:
(a) vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid waar dit mogelijk is;
(b) ontschotten van budgetten, maatwerk, één loket;
(c) minder “dure” zorgvraag door preventiebeleid, sociale samenhang en laagdrempeliger zorg.
Voor de financiële houdbaarheid van belangrijke zorgvoorzieningen is het slagen van de transformatie opgave een belangrijke succesfactor, naast toereikende macrobudgetten vanuit het Rijk.
Uitkeringen levensonderhoud (Bijstandsgelden)
De BUIG-gelden (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten) betreffen het budget dat gemeenten ontvangen voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Dit budget wordt objectief bepaald. Als gemeenten meer of minder uitgeven aan bijstandsuitkeringen blijft dit voor rekening van de gemeente. Dit budget gaat alleen over de uitkeringsgelden. De bekostiging van de ambtelijke uitvoeringskosten wordt geacht plaats te vinden via de algemene uitkering gemeentefonds.
Het hiervoor toegepaste objectieve verdeelmodel lijkt na veel discussie in de achterliggende jaren in rustiger vaarwater te komen. Amstelveen ontvangt in 2020 een uitkering van afgerond € 22 miljoen en behoort tot de grote voordeelgemeenten op dit verdeelmodel. Inhoudelijk verdiepingsonderzoek bij de grootste voor- en nadeelgemeenten laat zien dat er een verband bestaat tussen positieve financiële resultaten en de invulling die gemeenten geven aan beleid en uitvoering. De positieve Amstelveense scores in het onderzoek bevestigen dat. Dat wil overigens niet zeggen dat beleid en uitvoering in Amstelveen de totale omvang van het huidige voordeel verklaren.
Het voordeel op BUIG-gelden is geheel structureel ingezet om een deel van de tekorten op Jeugd en Wmo te dekken, alsmede op re-integratie (hier is sprake van een wisselwerking in de zin dat extra inzet op re-integratie een "terugverdieneffect" heeft op de bijstandsgelden). Aanvullend staat nog een tekort op van ruim € 3 miljoen. Dit is tot en met 2022 gedekt in de meerjarenbegroting in afwachting van uitsluitsel van het Rijk over meer middelen voor Jeugd na 2022. Daarmee zijn tot dusver andere, pijnlijke ingrepen voorkómen. Maar dit maakt onze structurele begrotingspositie wel kwetsbaarder op dit onderdeel. Een terugloop van het BUIG-voordeel is nu een budgettair risico. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang:
- bij de verdeling van de koek kunnen schommelingen in de volumes van maatstaven, landelijk en lokaal leiden tot herverdeeleffecten.
- Door de coronapandemie is op dit moment sprake van een sterk stijgende werkloosheid. Hoe zich dit verder ontwikkelt en wat dat betekent voor het bijstandsvolume in 2021 is zeer onzeker.
- Ook de wijze van omvang van compensatie van de kosten door het Rijk is onzeker. De bestaande rekenregels voor de bepaling van het macrobudget voorzien niet in deze uitzonderlijke situatie. Krijgen gemeenten in totaliteit tijdig (in het goede tempo) en volledig compensatie door een adequaat meegroeien van het macrobudget bij snel stijgende bijstandvolumes?
- De effecten van de coronapandemie verschillen sterk per gemeente, afhankelijk van de sociaal-economische structuur. Heeft dit gevolgen voor de wijze van de verdeling van de bijstandsgelden? Amstelveen is een sterk internationaal georiënteerde gemeente. Dit geeft een verhoogd risicoprofiel.
Een nadeel van 10% op het huidige budget correspondeert met een bedrag van circa € 2 miljoen.